Competentie 2a: De verpleegkundige gaat een vertrouwensrelatie aan met patiënt.
Algemeen bewijs:
-PLO 1; jr 2.docx (245,8 kB)
-PLO 1; jr3.docx (66,7 kB)
-PLO 1; jr 4.docx (42,9 kB)
-Cijfers jaar 2.docx (15,5 kB): Psychiatrische verpleegkunde
-Cijfers jaar 3.docx (13,6 kB): Casemanagement 3.1, Ethiek 3.1, Klinisch redeneren 3.1, Medische kennis
-Cijfers jaar 4.docx (14,3 kB): Cijfer C.M. 4.1, Cova MI, crisiszorg, ethiek
Indicator: De verpleegkundige:
1-Gaat contact aan met de patiënt, onderhoudt het contact en bouwt het zorgvuldig af:
Tijdens mijn eerste stage ben ik meerdere malen persoonlijk begeleider geweest. Bij een acute opname afdeling komen de patiënten in hun acute crisis situatie binnen. Bij depressieve patiënten met bijvoorbeeld catatonie, heb ik geleerd dat het heel belangrijk is om de eerste zorg geheel op mij te nemen. Door de catatonie kunnen mensen vaak niets meer zelf. Ik als verpleegkundige moest mijn patiënten dan ook met regelmaat toiletbezoekjes aanbieden, omdat zij zelf niet gingen/konden. Het contact is in deze beginfase erg intensief. Naarmate de behandeling vordert en de patiënt steeds zelfstandiger wordt, moet ik ook de autonomie terug gaan geven. In het begin van mijn stage vond ik dit moeilijk, maar uiteindelijk ging het vanzelf. Met de ziekte in remissie bouwde ik ook langzaam het contact af. Mijn patiënten werden zelfstandiger en de intensiviteit van het contact/zorg werd steeds minder. Op deze manier bouwde ik het langzaam af.
Op de langdurige afdeling is het contact iets minder intensief in het begin, omdat de cliënten niet afhankelijk zijn van deze intensieve, complexe zorg. Toch zal er opbouwend en afbouwend contact zijn.
Tijdens een van mijn pb-schappen was er duidelijk sprake van op- en afbouw in contact. Deze mw. kwam van een gesloten afdeling en met het doel uiteindelijk naar huis te gaan.
Ik heb al vrij snel een schema opgesteld met mw. om verlof in te zetten en op te bouwen. Er waren een paar voorwaarden gesteld aan het verlof. O.a. het opbouwen van conditie. Omdat ik haar pb-er was, vond ik dus ook dat ik daar mijn bijdrage in moest leveren. Mw. en ik gingen elk maandag wandelen. Tijdens het uitbreiden van het verlof evalueerde mw. en ik veel. Langzamerhand was mw. steeds meer thuis, zodat ik, in overleg, haar ontslag aangevraagd.
Tijdens een ambulante begeleiding kan het voorkomen dat het tijdelijk iets minder gaat met een cliënt. Op deze momenten wordt een cliënt op het bord gezet, wat resulteert in intensiever en frequenter contact. Deze intensieve zorg wordt ook langzamerhand weer afgebouwd als de cliënt weer stabieler wordt. Ik heb hier veel ervaring mee gehad. Zie bewijs Signaleren
Ook zijn er ambulant veel clienten die ggzzorg mijden. Het is van groot belang toch contact te blijven zoeken met deze mensen om ze in zorg te krijgen. Ik had een client die van de radar verdween. Nadat ik enkele weken lang op meerdere malen contact heb gezorgd heb ik, in overleg, dhr uit laten schrijven. Zie hiervoor bewijs zorgmijder, uitschrijven.
Ik heb deze competentie behaald, omdat ik op meerdere soorten afdelingen als pb-er vele cliënten heb begeleid van af het begin tot het eind. Hierbij ben ik enorm gegroeid met het op- en afbouwen van het contact, waarbij vertrouwen hebben in elkaar een prioriteit is en ik weet dit met elke afzonderlijke client opgebouwd te hebben.
Competentieniveau 3F4
Bewijs:
----------
Feedback stagiaires Boch.docx (16,1 kB)
Ketenzorg Fact.docx (13,1 kB)
Ketenzorg.docx (14,1 kB)
Verlofopbouw.docx (13,6 kB)
verslag feedback bhpln.doc (35 kB)
Dhr O.docx (15,1 kB)
Gesprek zorgafstemming.doc (35 kB)
2-Schat de gedachten en gevoelens van de patiënt in en doet moeite deze te begrijpen, evenals de onderliggende factoren voor diens gedrag, daarbij rekening houdend met verschillende achtergronden en culturen:
Tijdens mijn vorige baan heb ik erg veel te doen gehad met heftige emoties van de klanten. Het kwam vaak voor dat klanten hun persoonlijke eigendommen, in de termen van sieraden, verloren, omdat zij de rente van het geleende geld niet betaalde. Ik als taxateur, kreeg vaak de eerste emoties van de klanten te zien. Door de jaren heen heb ik geleerd, eerst ruimte te maken voor de eerste emotie en pas zakelijk te worden.
Ook kwamen er veel klanten van andere culturen die soms slecht Nederlands begrepen of spraken. Ik heb geleerd met handen en voeten te communiceren, zodat deze doelgroep zich ook gehoord, begrepen en geholpen voelden.
Tevens heb ik enkele maanden in Afrika doorgebracht waar ik mij moest aanpassen aan een andere cultuur en gewoonten. Door mijn aanpassingsvermogen ben ik in staat mij flexibel op te stellen en mij goed met alle culturen samen te voegen.
In de zorg ervaar ik hetzelfde. Ik weet hoe ik via een omweg achter gevoel kan komen zonder het echt op de man af te vragen en cliënten af te schikken. Veel cliënten willen niet over hun gevoel praten of zeggen geen gevoel te hebben.
Door de stages op verschillende afdelingen te lopen heb ik dus met veel verschillende culturen, leeftijden en psychiatrische stoornissen te maken. Zo leer ik onderliggende factoren voor gedrag beter kennen, begrijpen en accepteren.
Tijdens mijn ambulante stage ben ik al vrij snel mijn eigen caseload gaan opbouwen. Dit is een goede afspiegeling van de maatschappij. Zowel mannen, als vrouwen, jonger of ouder en van verschillende culturen.
Ik heb in het FACT geleerd dat ik af en toe moet toegeven aan wat de client wilt terwijl de behandelaren daar anders over denken. Hierdoor laat ik merken hen te horen en te zien en iets met hun wens te doen. Bijvoorbeeld perse opgenomen willen worden zonder echte noodzaak. Zie bewijs opname mw V.
Ik heb deze competenite behaald, omdat ik door de jaren heen heb geleerd meer flexibel te zijn en beter te luisteren naar wat de client wilt en hier een goede tussenweg in te vinden.
Competentieniveau 3F4
Bewijs:
-----------
Actie op beleving.docx (13,7 kB)
Actie op oa..docx (12,7 kB)
Contact dietiste,huisarts.docx (13,2 kB)
Dagprogramma Mw S.doc (40,5 kB)
Feedback stagiaires Boch.docx (16,1 kB)
Info geven, klachten.docx (12,9 kB)
Mail clienten.docx (13,5 kB)
Ziekenhuis begeleiding.docx (13,9 kB)
Bureaudienst.docx (14,3 kB)
Dhr O.docx (15,1 kB)
3-Herkent storingen in de relatie en maakt deze bespreekbaar:
Ik heb hier in het eertse en tweede stage jaar geen ervaringen mee gehad.
Desondanks heb ik wel een nare ervaring gehad met de afdelingsmanager tijdens mijn eerste stage. Dit is al redelijk snel in het begin van mijn stage opgetreden. Ik heb dit met mijn werkbegeleider en andere collega’s besproken, voordat ik de manager heb aangesproken. Helaas, zijn wij er niet geheel uitgekomen, maar ik was opgelucht, dat ik als leerling mij grens heb aangegeven. Om de zaak volledig af te sluiten heb ik dit als onderwerp ingebracht tijdens mijn supervisie-uren. Dit heeft mij geholpen de zaak ook vanuit haar perspectief te bekijken en terug te kijken op mijn gevoel en handelen.
Tijdens mijn ambulante stage heb ik meer te maken met “storingen in de relatie’’. Dit is in de brede zin van het woord, maar ik heb geleerd dat een storing ook iets heel kleins kan zijn en vaak ontstaan vanuit onzekerheid, teleurstelling of miscommunicatie. Ik leer dit bespreekbaar te maken in het team, zodat het geen verdere consequenties heeft/krijgt. Zie dhr O en relaties
Niet alleen storing in de relatie met de cliënt, heb ik meegemaakt, maar ook tussen de cliënt en anders betrokkenen. Bijvoorbeeld een woningbouwvereniging. Als ambulant behandelaar ben ik de contactpersoon en probeer het beste te doen voor beide partijen. Zie bewijs contact persoon
Ik heb deze competentie behaald. Niet omdat ik dit veel heb meegemaakt, maar omdat ik hier professioneel mee om weet te gaan en het bespreekbaar durf te maken. Waarbij ik de grens trek tussen normen en waarden van mij als verpleegkundige en mijn cliënt, maar ook rekening houd met anders betrokkenen.
Bewijs:
Contact persoon.docx (11,9 kB)
Dhr O en relatie.docx (13,7 kB)
Verstoorde relatie.docx (13,5 kB)
----------
Eigen inbreng 1 Supervisie jr 2.docx (16 kB)
Dhr O.docx (15,1 kB)
Mw H.docx (14 kB)
Storing in relaties.docx (12,2 kB)
Waanstoornis.docx (13,3 kB)
4-Laat zorgverlening aansluiten bij de ervarings-en belevingswereld en de mogelijkheden van de patiënt:
Tijdens mijn eerste stage heb ik met regelmaat een kamerprogramma of rustprogramma moeten maken voor een patiënt. Een mw. was erg psychotisch, waardoor zij seksueel ontremd werd en een enorme bewegings- en verzameldrang had. Mw. putte zichzelf uit, waardoor haar toestand verslechterde. Om haar te beschermen heb ik samen met haar pb-er een rustprogramma opgezet. Dit heb ik vooraf en achteraf met mw. besproken. Het programma werd elke week geëvalueerd en aangepast waar nodig. Het was een heel intensief programma, waarbij mw. een op een begeleiding kreeg. Naarmate het beter ging met mw. kreeg zij minder rustperiode en meer tijd op de afdeling. Bij deze patiënt was het erg belangrijk dat de veranderingen in haar schema samen met haar besproken werden. Mw. wilde op deze manier graag haar autonomie laten zien, wat zij desondanks haar psychose nog redelijk onder controle had en erg waardeerde. Mw. heeft achteraf haar waardering uitgesproken naar de verpleging over haar zorg.
Op de chronische afdeling begeleid ik een oudere dame die heel graag terug naar huis wil. Haar behandeldoel is dus ook activeren en uitbouwen van zelfstandigheid voor het aankomend verlof/ontslag. Om mw. een dagelijkse structuur te geven heb ik samen met haar een dagprogramma opgezet. Om met verlof te kunnen gaan moet mw. zich aan dit programma houden. Op dit moment heb ik als pb-er een vaste dag afgesproken om met verlof te gaan en zijn wij nu in overleg voor het verlof met thuisslapen. Mw. vind dat zij alsnog nu met ontslag kan, maar ziet ook het nut van het opbouwen in. Ik vind het heel prettig om haar wensen aan te horen en samen met haar in gesprek te gaan over het plan. Zo weet ik ook wat er speelt bij haar en waar zij bijvoorbeeld tegen aan loopt als zij met verlof is. Op deze manier kunnen we dit overleggen en erop in spelen.
Tijdens mijn ambulante stage is het ook erg belangrijk om mee te gaan in die fase van herstel, waar de cliënt zich in bevindt. Dit kan zijn het verhogen van de zorgintensiteit door iemand op het FACT-bord te zetten, of juist te bepalen dat het grootste gevaar geweken is en ‘’normaal’’contact gecontinueerd kan worden.
Er wordt vanuit het FACT erg gekeken naar de zelfredzaamheid van de cliënt, waarbij zijn eigen mogelijkheden worden ingezet en worden aangevuld door hulp van de behandelaar. Het maken van afspraken gaat ook gezamenlijk. De ene keer laat ik iemand naar de locatie komen, in verband het actievitiet en de andere keer ga ik naar iemand toe, ook om te zien heo het huis eruit ziet. Zo laat ik de contacten afhangen van de situatie. Ik weet inmiddels een goede balans te vinden tussen bel-afspraken, huisbezoeken en gesprek op locatie. Hierbij is de wens van de cliënt ook opgenomen en durf ik ook meer de reden te geven waarom ik voor dit contact kies. Hierdoor ben ik van mening dat ik deze competentie heb behaald.
Competentieniveau 3F4
Bewijs:
1ste Verlofuren.docx (12,8 kB)
Behandelplan.docx (9,7 kB)
CANSAS.docx (2 MB)
Contact dietiste,huisarts.docx (13,2 kB)
Dagprogramma Mw S.doc (40,5 kB)
Feedback stagiaires Boch.docx (16,1 kB)
Ketenzorg Fact.docx (13,1 kB)
Mail clienten.docx (13,5 kB)
Pictogram.doc (43 kB)
Sporten dhr.J.docx (17,5 kB)
Verlofopbouw.docx (13,6 kB)
Ziekenhuis begeleiding.docx (13,9 kB)
Casuïstiek inbreng.docx (15,9 kB)
Mw H.docx (14 kB)
Waanstoornis.docx (13,3 kB)